Gesamte Verbformen: 18
Imperative und Partizipien
Tegenwoordig en verleden deelwoord benieuwend
Tegenwoordig en verleden deelwoord benieuwd
Art/Gattung ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens - - benieuwt - - benieuwen
Imperfect - - benieuwde - - benieuwden
Toekomende tijd I - - zal benieuwen - - zult benieuwen
Conditionalis I - - zal benieuwen - - zullen benieuwen
Perfectum - - heeft benieuwd - - hebben benieuwd
Voltooid verleden tijd - - had benieuwd - - hadden benieuwd
Toekomende tijd II - - zal benieuwd hebben - - zult benieuwd hebben
Conditionalis II - - zal hebben benieuwd - - zullen hebben benieuwd

Verben ähnlich wie benieuwen

Konjugierte Verben vor und nach benieuwen

« benieuwen »