Gesamte Verbformen: 52
Imperative und Partizipien |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | anestheserend |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | geanestheseerd |
Art/Gattung | ik | jij | hij/zij/het | wij | jullie | zij |
Presens | anestheseer | anestheseert | anestheseert | anestheseren | anestheseren | anestheseren |
Imperfect | anestheseerde | anestheseerde | anestheseerde | anestheseerden | anestheseerden | anestheseerden |
Toekomende tijd I | zal anestheseren | zult anestheseren | zal anestheseren | zullen anestheseren | zullen anestheseren | zullen anestheseren |
Conditionalis I | zou anestheseren | zou anestheseren | zou anestheseren | zouden anestheseren | zouden anestheseren | zouden anestheseren |
Perfectum | heb geanestheseerd | hebt geanestheseerd | heeft geanestheseerd | hebben geanestheseerd | hebben geanestheseerd | hebben geanestheseerd |
Voltooid verleden tijd | had geanestheseerd | had geanestheseerd | had geanestheseerd | hadden geanestheseerd | hadden geanestheseerd | hadden geanestheseerd |
Toekomende tijd II | zal geanestheseerd hebben | zult geanestheseerd hebben | zal geanestheseerd hebben | zullen geanestheseerd hebben | zullen geanestheseerd hebben | zullen geanestheseerd hebben |
Conditionalis II | zou hebben geanestheseerd | zou hebben geanestheseerd | zou hebben geanestheseerd | zouden hebben geanestheseerd | zouden hebben geanestheseerd | zouden hebben geanestheseerd |
Imperatief | - | anestheseer | - | - | anestheseert | - |
Verben ähnlich wie anestheseren
Konjugierte Verben vor und nach anestheseren
Mehr Handlungen für anestheseren